Kant
"Hoe onschuldig men het idealisme met betrekking tot de wezenlijke doeleinden van de metafysica ook mag vinden (wat het in feiten niet is), en het is en blijft een schandaal voor de filosofie en de menselijke rede in het algemeen om het bestaan van de dingen buiten ons (die ons al het materiaal voor kennis aan de hand doen, zelfs voor onze innerlijke zintuiglijkheid) louter op grond van geloof te moeten aannemen, en niet in staat te zijn een bevredigend bewijs voor dat bestaan te leveren als iemand op het idee komt het in twijfel te trekken." (Kant 2004, Kritiek van de Zuivere Rede, p. 88)
Heidegger
"Kant noemt het 'een schandaal van de filosofie en van de menselijke rede in het algemeen' dat het dwingende en alle scepsis neersabelende bewijs voor het 'bestaan van de dingen buiten ons' nog altijd ontbreekt. [...] Het 'schandaal van de filosofie' bestaat er niet in dat dit bewijs tot op heden nog niet is geleverd, maar dat we zulke bewijzen steeds weer verwachten en steeds weer proberen te leveren." (Heidegger 1998, Zijn en Tijd, pp. 261-263)
Altijd al buiten
"Levende wezens zijn, dankzij het proces van variatie en selectie, geïnformeerd. Zij bestaan als gestold over en weer met de natuurlijke omstandigheden. Een levend wezen is niet eerst een zelfstandig zijnde dat vervolgens een relatie aangaat met zijn omgeving, maar de voortgaande geschiedenis van het één ten overstaan van het ander." (Oudemans 2012, In Natura, p. 36)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten