Posts tonen met het label Immanuel Kant. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Immanuel Kant. Alle posts tonen

maandag 3 maart 2014

Kants zeden



"Nun ist aber das sittliche Gesetz, in seiner Reinigkeit und Echtheit (woran eben im Praktischen am meisten gelegen ist), nirgend anders, als in einer reinen Philosophie zu suchen, also muß diese (Metaphysik) vorangehen, und ohne sie kann es überall keine Moralphilosophie geben; selbst verdient diejenige, welche jene reine Prinzipien unter die empirischen mischt, den Namen einer Philosophie nicht." (Kant 1785, Grundlegung zur Metaphysik der Sitten, p. 7)

Of is daarentegen een 'filosofie' die het categoriale onderscheid tussen zuivere principes en empirie klakkeloos uit de traditie overneemt misschien de naam filosofie niet waardig?

woensdag 15 januari 2014

Kant's grasspriet


"Het is volstrekt zeker dat we de organismen en hun innerlijke mogelijkheid louter volgens mechanische principes van de natuur niet voldoende kunnen leren kennen, laat staan verklaren. Dat is zo zeker, dat we gerust kunnen zeggen dat het voor mensen absurd is om ook maar op de gedachte te komen of te hopen dat er nog eens een Newton opstaat die zelfs maar het ontstaan van een grashalm begrijpelijk maakt volgens natuurwetten die door geen enkele bedoeling geordend zijn." (Kant 2009, Kritiek van het Oordeelsvermogen, p. 300)

maandag 23 december 2013

Het schandaal van de filosofie


Kant
"Hoe onschuldig men het idealisme met betrekking tot de wezenlijke doeleinden van de metafysica ook mag vinden (wat het in feiten niet is), en het is en blijft een schandaal voor de filosofie en de menselijke rede in het algemeen om het bestaan van de dingen buiten ons (die ons al het materiaal voor kennis aan de hand doen, zelfs voor onze innerlijke zintuiglijkheid) louter op grond van geloof te moeten aannemen, en niet in staat te zijn een bevredigend bewijs voor dat bestaan te leveren als iemand op het idee komt het in twijfel te trekken." (Kant 2004, Kritiek van de Zuivere Rede, p. 88)


Heidegger
"Kant noemt het 'een schandaal van de filosofie en van de menselijke rede in het algemeen' dat het dwingende en alle scepsis neersabelende bewijs voor het 'bestaan van de dingen buiten ons' nog altijd ontbreekt. [...] Het 'schandaal van de filosofie' bestaat er niet in dat dit bewijs tot op heden nog niet is geleverd, maar dat we zulke bewijzen steeds weer verwachten en steeds weer proberen te leveren." (Heidegger 1998, Zijn en Tijd, pp. 261-263)


Altijd al buiten

 "Levende wezens zijn, dankzij het proces van variatie en selectie, geïnformeerd. Zij bestaan als gestold over en weer met de natuurlijke omstandigheden. Een levend wezen is niet eerst een zelfstandig zijnde dat vervolgens een relatie aangaat met zijn omgeving, maar de voortgaande geschiedenis van het één ten overstaan van het ander." (Oudemans 2012, In Natura, p. 36)

dinsdag 29 oktober 2013

De rapsodie van de verlichting


"AUFKLÄRUNG ist der Ausgang des Menschen aus seiner selbstverschuldeten Unmündigkeit. Unmündigkeit ist das Unvermögen, sich seines Verstandes ohne Leitung eines anderen zu bedienen. Selbstverschuldet ist diese Unmündigkeit, wenn die Ursache derselben nicht am Mangel des Verstandes, sondern der Entschließung und des Mutes liegt, sich seiner ohne Leitung eines andern zu bedienen. Sapere aude! Habe Mut, dich deines eigenen Verstandes zu bedienen! ist also der Wahlspruch der Aufklärung." (Kant 1784, Was ist Aufklärung?)

In 1784 bezegelt Immanuel Kant de verlichting met het credo sapere aude! Het is van het grootste belang dat men zich niets zomaar in de mond laat leggen maar zelf nadenkt. Bevrijd jezelf uit de onmondigheid - waar je zelf schuldig aan bent - en bedien je van je eigen verstand!

Dat er een valse toon klinkt in dit adagium blijkt onmiddellijk. De aansporing komt namelijk niet van Kant zelf maar uit de Epistolae van de Romeinse dichter Horatius. Sapere aude, hetgeen waartoe opgeroepen wordt, blijkt Kant tijdens het pleidooi zodoende zelf al niet op te volgen. De woorden die hij bezigt zijn hem ingefluisterd. Wat moet dat wel niet worden van het klootjesvolk dat hij toespreekt?



Kant verkeert in de illusie dat hij zich van zijn eigen verstand bedient. Feitelijk is er sprake van rapsodie. Horatius spreekt door Kants mond. En niet alleen hij. Ook Plato spreekt een aardig woordje mee. Zo is Kants 'Ausgang des Menschen' overduidelijk een verkapte versie van Plato's befaamde grotbevrijding.




Tussen Plato en Kant tekent zich echter een significant verschil af. In tegenstelling tot Kant, die meent dat de mens zijn onmondigheid aan zichzelf te danken heeft, zitten Plato's grotbewoners tegen wil en dank geketend. Tot de grot ben je veroordeeld, voor onmondigheid verantwoordelijk. Iets analoogs betreft het moment van verlichting. De bevrijding uit de grot geschiedt door geweld van buitenaf. Een willekeurige bewoner wordt getroffen door het lot en naar buiten gesleurd. Kant herkneedt deze gebeurtenis tot een autonome daad. Tot een handeling waar moed voor nodig is. Men moet niet willoos blijven zitten maar zichzelf als een Houdini ontdoen van zijn boeien.

Van het feit dat dit hem zo glad nog niet zitten zal is Kant zelf echter het levende bewijs.