dinsdag 22 oktober 2013

Het spel der memen

die Spiele bilden eine Familie

- Wittgenstein


"In merkwaardige tegenstelling tot het Grieksch met zijn gevarieerde en heterogene expressie voor de spelfunctie staat nu het Latijn met eigenlijk slechts één woord, dat het gansche gebied van spel en spelen uitdrukt; ludus, ludere waarvan lusus slechts een afleiding is. Daarnaast staat iocus, iocari, doch met de specifieke beteekenis van scherts, grap.

Het is opmerkelijk, dat ludus, ludere als algemeen woord voor spel, spelen in de Romaansche talen niet alleen niet overgaat, maar dat het daarin, voorzoover ik zie, zelfs nauwelijks eenig spoor achterlaat. In alle Romaansche talen, dus blijkbaar reeds in vroege periode, heeft het specifieke iocus, iocari zijn beteekenis tot die van spel, spelen verwijd, en ludus, ludere geheel en al verdrongen. De vormen zijn: Fransch jeu, jouer, Italiaansch giuoco, giocare, Spaansch juego, jugar, Portugeesch jogo, jogar, Roemeensch joc, juca. Of het verdwijnen van ludus aan phonetische of aan semantische oorzaken te wijten is geweest, blijve hier in het midden." (Huizinga 1938, Homo Ludens, p. 37)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten