dinsdag 29 oktober 2013

De rapsodie van de verlichting


"AUFKLÄRUNG ist der Ausgang des Menschen aus seiner selbstverschuldeten Unmündigkeit. Unmündigkeit ist das Unvermögen, sich seines Verstandes ohne Leitung eines anderen zu bedienen. Selbstverschuldet ist diese Unmündigkeit, wenn die Ursache derselben nicht am Mangel des Verstandes, sondern der Entschließung und des Mutes liegt, sich seiner ohne Leitung eines andern zu bedienen. Sapere aude! Habe Mut, dich deines eigenen Verstandes zu bedienen! ist also der Wahlspruch der Aufklärung." (Kant 1784, Was ist Aufklärung?)

In 1784 bezegelt Immanuel Kant de verlichting met het credo sapere aude! Het is van het grootste belang dat men zich niets zomaar in de mond laat leggen maar zelf nadenkt. Bevrijd jezelf uit de onmondigheid - waar je zelf schuldig aan bent - en bedien je van je eigen verstand!

Dat er een valse toon klinkt in dit adagium blijkt onmiddellijk. De aansporing komt namelijk niet van Kant zelf maar uit de Epistolae van de Romeinse dichter Horatius. Sapere aude, hetgeen waartoe opgeroepen wordt, blijkt Kant tijdens het pleidooi zodoende zelf al niet op te volgen. De woorden die hij bezigt zijn hem ingefluisterd. Wat moet dat wel niet worden van het klootjesvolk dat hij toespreekt?



Kant verkeert in de illusie dat hij zich van zijn eigen verstand bedient. Feitelijk is er sprake van rapsodie. Horatius spreekt door Kants mond. En niet alleen hij. Ook Plato spreekt een aardig woordje mee. Zo is Kants 'Ausgang des Menschen' overduidelijk een verkapte versie van Plato's befaamde grotbevrijding.




Tussen Plato en Kant tekent zich echter een significant verschil af. In tegenstelling tot Kant, die meent dat de mens zijn onmondigheid aan zichzelf te danken heeft, zitten Plato's grotbewoners tegen wil en dank geketend. Tot de grot ben je veroordeeld, voor onmondigheid verantwoordelijk. Iets analoogs betreft het moment van verlichting. De bevrijding uit de grot geschiedt door geweld van buitenaf. Een willekeurige bewoner wordt getroffen door het lot en naar buiten gesleurd. Kant herkneedt deze gebeurtenis tot een autonome daad. Tot een handeling waar moed voor nodig is. Men moet niet willoos blijven zitten maar zichzelf als een Houdini ontdoen van zijn boeien.

Van het feit dat dit hem zo glad nog niet zitten zal is Kant zelf echter het levende bewijs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten