Laatst zag ik de
documentaire
De Nieuwe Wildernis (2013) over het leven in de
Oostvaardersplassen.
In dit
Eén
Vandaag item krijgt CDA kamerlid
Henk Jan Ormel ‘treurige’ beelden van de
Oostvaardersplassen te zien, waarop herten
en masse liggen te creperen omdat
ze een zware winter te verduren hebben. De politicus zegt:
“Ja hiervoor heb ik dus een spoeddebat aangevraagd. Dit is een
onaanvaardbare situatie in een beschaafd land; dat wij dieren in een afgesloten
terrein – want dat is het – gewoon langzaam van de honger laten omkomen,
waarbij de hongerdood voor een herkauwer een hele pijnlijke dood is, ook een
langzame dood, dat duurt wel 90 dagen...”
Het tafereel dat
zich op de Oostvaardersplassen afspeelt is de natuur zoals deze door Darwin werd
ontwaard. Een strijdtoneel dat onverschillig is voor het leed van haar
vruchten. “Evil and suffering don’t count for anything, one way or the other,
in the calculus of gene survival.” (Dawkins 2009,
The Greatest Show on Earth,
p. 392) Leuk of niet:
"The total amount of suffering
per year in the natural world is beyond all decent contemplation. During the
minute that it takes me to compose this sentence, thousands of animals are
being eaten alive, others are running for their lives, whimpering with fear,
others are being slowly devoured from within by rasping parasites, thousands of
all kinds are dying of starvation, thirst and disease. It must be so. If there
is ever a time of plenty, this very fact will automatically led to an increase
in population until the natural state of starvation and misery is
restored." (Dawkins 1995, River out
of Eden, pp. 131-132)
Deze
gruwelijkheden moeten, volgens de CDA-er, in ons beschaafde land, koste wat kost
bestreden worden. Over de Oostvaardersplassen zegt hij:
“Het is een soort natuurlobby, waarbij men een soort Jurassic Park op de
Zuiderzee wil hebben en denkt dat oernatuur nog mogelijk is in dit
dichtbevolkte land waar we in leven. Dat is niet mogelijk, we moeten natuur
reguleren.”
Vanuit onze
beschaafde toestand dienen wij de wrede natuur te reguleren. Dat klinkt mooi. Maar
zou hij ook beseffen dat ons geciviliseerde paradijsje slechts gedijt bij - om maar wat te noemen - de Auschwitziaanse
toestanden die zich dag in dag uit voltrekken in de bio-industrie? 'Beschaving' heeft een prijs. Ook humanisten moeten eten, en
there is no
such thing as a free lunch.