zaterdag 19 april 2014

't Hart over Dawkins


"Honderdvijftig jaar na de verschijning van The Origin of Species staat de theorie nog als een huis. Al wat er sindsdien aan kennis is bij gekomen, primair natuurlijk vanuit de hoek van de genetica en de biomathematica (Fisher), maar ook vanuit alle andere deeldisciplines van de biologie, heeft de theorie alleen maar geschraagd, verstevigd, verder onderbouwd, aangevuld, verrijkt, verdiept. Er is eenvoudig geen enkele alternatieve theorie die ook maar bij benadering een vergelijkbaar imponerende en sluitende verklaring levert voor het ontstaan der soorten. Creationisme is geen wetenschap, en Intelligent Design is een lachertje. Als je in Intelligent Design gelooft, verklaar dan maar eens waarom zo'n uitzonderlijk fraai ontwerp als het inktvissenoog bij de vertebraten vervangen is voor een veel knulliger, (bij mensen) vaak bij- of verziend gezichtszintuig.
    Wat niet wegneemt dat ik, als ik van die echt dogmatische evolutionisten lees als Ernst Mayr of Richard Dawkins, toch geërgerd raak. Het is dan alsof je weer met de ‘onwrikbare zekerheid des geloofs’ wordt geconfronteerd van de dominees en ouderlingen uit je jeugd. Waar nog bij komt dat ik in 1971 bij het Ethologencongres in Edinburgh 's morgens aan het ontbijt tegenover het echtpaar Dawkins kwam te zitten en door Richard zo uitzonderlijk hautain werd bejegend dat ik toen een huizenhoge afkeer van deze collega heb opgedaan. En die is nog groter geworden toen ik vernam dat zijn buitengewoon aardige vrouw Ann, die het bij dat breakfast voor mij opnam, door Richard aan de kant is geschoven voor een jonger & mooier exemplaar van het vrouwelijk geslacht. Maar ja, wat een onzin om je door zulke toevallige gebeurtenissen te laten beïnvloeden in je oordeel over een vakgenoot. Mij bevalt de toon van zijn boeken echter volstrekt niet. Hij is veel te zeker van zijn zaak." (Maarten 't Hart)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten